12-02-07
Tot op de bodem en daar voorbij
Diep, diep verlangen
naar aanraking
Geven en ontvangen
ontvangen en ontvangen worden
Ik heet je welkom
en jij mij
Ga ik in een oogwenk terug
veel verder nog dan mijn begin,
om met pijn van vele generaties
in het reine te komen
Eeuwenlange tijdslijnen steeds strakker
om ons heen gewikkeld
tot we nog maar één kant op kunnen:
naar elkaar
Vinden handen, benen, monden, harten
elkaar in ongekende oervormen
En dan de onvermijdelijke
kortsluiting
Laten we elkaar weer achter
met de onderste steen boven
en rest mij slechts het nabeeld van
je silhouet in tegenlicht
van de straatlantaarn
Stomme lul, ik haat je
omdat ik zoveel van je hou