Verliefdheid
O, magische verliefdheid,
hoe mooi kan u stromen,
tot een woeste waterval
Uitwaaierend in het dal.
Hoe prachtig zijn
ons lichaam en ziel in,
EEN geworden zonnestraal.
Hoe mooi kunt u bezielen
datgene op ons pad,
De lach van duizend levenswielen,
dragen ons ver boven uit het klad.
Dat EEN straal zo ver kan reiken,
zo puur en zo intens,
zo kunnen we bereiken,
de door uw licht beschenen wens.
En zo speels zoals u schijnt,
zo schijnt u fel verblindend,
als u zich niet verfijnt,
in echt de ander vindend.