ik voel weer pijn.
en dat vind ik echter niet fijn.
ik heb gevoel dat langzaam mijn wereld weer zwart wordt.
en ik heb gevoel dat,dat dan maar zo bij hoort.
steeds weer zwart soms een beetje grijs.
maar dan altijd dat mysterieuze zwart.
ik kan niet meer slapen.
ik loop heel de dag rond te dwalen met mijn ziel onder me armen, te geeuwen en te gapen.
ik ben bang voor de nachtmerrie's die ik krijg.
keer op keer steeds weer.
normaal was slapen een uit weg voor mij, mijn rust mijn moment zonder pijn.
maar nu, nu maakt het me klein.
huilend,schreeuwend,gillend wordt ik waker.
verbijsterd dat droom zo echt kan zijn.
nachten lang huil ik in me slaap of als ik wakker ben geschrokken en niet meer durf te slapen.
één op de tien keer ren ik na me zus.
daar voel ik me veilig.
slapen doe me nu zet zoveel pijn als wakker zijn.
gedachtens dwalen door me hoofd.
iemand heeft me onschuldig beroofd.
er zijn mensen die lieten mij weer zien dat leven leuk kon zijn.
en dat de wereld niet alleen bestond uit pijn.
maar nu,nu gaat weer mis,en laat weer de andere kant zien.
ik wil niet steeds terug vallen in zwarte gat.
en ik wil ook gewoon gelukkig zijn zonder verdriet en pijn.
zonder al die nachtmerrie's die mij achtervolgen in de nacht.
zelfs de nacht,waar ik zo van hield,die ik zo mooi vond die nu langzaam zwart worden.
ik voel me nutteloos hier.
ik doe mensen alleen maar pijn.
ik voel me niet meer op me gemak.
ik voel me constande pijn.
niet alleeen lichamelijk.
ik word moe van al me gedachtens.
mijn verleden,dan zegen ze denk aan heden,de toekomst.
dat is iets waar ik verafschuw.
dat is waar ik bang voor ben.
want hoeveel verdriet zal de toekomst me nog geven.
hoeveel daarvan kan nog vetragen.
alsjeblieft laat me gaan.
of zorgen voor leuker bestaan.
geen nare gedachtens meer,geen pijn en verdriet,geen angst meer om te leven.