De zon scheen feller
dan de wolken die
met hun snelheid wegdreven
waarbij mijn adem de wind
bevroor.
En jij ligt met je hoofd
op mijn schouder, zoekend
naar de maan die zich
tussen ons in bevond.
Een schreeuw in de stilte
van de nacht doorbrak onze
zwijgen en je stond op.
Op de hoogste berg wacht
ik op een aanraking van
een teken.
Een teken die mijn hart zal laten verdwijnen.