Het seizoen knipt de kleren kort
en smelt onbestaande corpulentie
binnen de detentie van modebeeld,
kunstig bijgewerkt en bespeeld
op snaren die te gevoelig liggen
als de man de waarheid spreekt:
“je bent een lekker ding” waarop
rode vlekken de plaats verraden
waar haar hand hem even raakte,
nét naast zijn ego dat nog steeds
recht bleef staan (net als de rest)
want de waarheid mag gezegd.
Als alles opnieuw werd bijgelegd
klinken dezelfde woorden weer
maar zachter toch, deze keer,
op een toon die haar bewijst
dat hij zijn hart deed spreken
om haar vuur te ontsteken.