Alsof ik loop door een betonnen muur is de weerstand die ik voel, de wrijving zo heet als vuur.
In slowmotion schreeuwend van de pijn naar het einde van mijn lijdensweg, met in het zicht, het doel.
Benen gevoelloos van de kracht die mij weerhoudt. Armen zoekend naar het ongrijpbare, stijf van de inspanning, bloedend en koud.
Radeloos ga ik ten onder aan de onvoorstelbare kracht die mij verkrampt, voel het leven uit mij vloeien en mijn ziel verdampt.
Mijn netvlies is gevuld met jou gezicht, langzaam vervagend terwijl het licht dooft en ik van mijn leven word berooft.