Afgemat en moe zit de trompetspeler daar
Hij waarmee het eigenlijk allemaal begon
Daarom zijn wij de vier en dertig hem dankbaar
Dat hij voor elk afzonderlijk iets spelen kon
Wat potlood en papier als nederig gebaar
Geen stoel geen zetel geen bed slechts een stuk beton
Als het voor zichzelf is, was hij altijd vlug klaar
Om dan weer te verdwijnen met de noorderzon
Geen kleur, geen verf, oprecht voor hem niet herkenbaar
Hij die voor ons zo veel regenbogen verzon
Stelt zich hier niet voor als meester maar als dienaar
Voor hem waren ons ouders een muze bron
Geloof mij of geloof mij niet maar het is waar
Dit alles is een hommage medaillon
Voor Patrick Debonnair(e) als kunstschilderaar
Van zijn vriend Jean-Paul alias siro Germon