Zomaar een dag,
Ik lig op de bank,
Zacht spreek ik een woord van dank.
Dank dat ik even alleen ben.
Dank dat ik even rustte ken.
Vandaag was weer zo`n dag.
Dat ik eigenlijk mezelf niet wezen mag.
Want op een dag als deze.
Zou ik het liefste allen wezen.
Nu lig ik in het donker languit.
Het licht van een kaars weerspiegeld in de ruit.
Even kan en mag ik mij laten gaan.
Om straks weer met beide benen op de grond te staan.