Mijn ogen vertalen
wat mijn hart tracht uit te spreken.
Een hunkerend gevoel
hunkerend maar ook verbeten.
Terwijl mijn blik zich vasthecht aan haar bestaan
en mijn hart zich in een steeds sneller tempo probeert te
uiten.
Probeert men rede het hevige verlangen
de opkomende liefde scheurend door men borst te
stuiten.
Haar ogen banen zich een weg naar men ziel
haar zuivere hart weet me te raken.
Moeizaam slikkend vang ik haar fonkelende blik
een glimlach vormt zich rond haar robijnrode kaken.
Zij is alles wat ik niet ben
een fakkel in de duisternis,
hemelse vertoning.
Haar "zijn"
is immers
mijn voltooiing.