zet je tanden in de duivel
wanneer je haat vloeiend, dwalend, snerpend haar doelen zoekt,
veranderd liefde in een vloek uit oud vergeten boeken,
toen de slechtheid in de mens gewoon nog uitgeketterd werd,
maar verslagen is het nooit, enkel vergroeid met intellect.
zoals jij uit zorgvuldig vergiftigde letters je woorden vormt,
en ze met je kruisboog net een knietje hoger mikt, dwars door het hart
van een ieder die de pech bezat om je te kunnen geven,
zo zal je knielend voor de duivel, je tanden in hem zetten
je volgetankte uitgebloeide leven bestaat uit liefde om te haten,
alles wat goed is, eerlijk, zorgelijk, puur en liefdevol,
kan ik je het ongelijk niet schenken, want ik geloof in jouw rationeel verstand
dat de hemel al te melancholisch is, en het schokken van de duivel
pas echt een kroon is op een levenswerk