Als ik dood ga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield. Vertel het tegen de wind die de bomen in klimt en valt tussen de bladeren door, hoeveel ik van je hield.
Vertel het tegen een kind, die nog jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het tegen een dier, misschien door alleen in zijn ogen te kijken. Vertel het tegen de huizen van steen gemaakt, vertel het tegen de stad, hoeveel ik van je hield.
Maar vertel het aan geen mens, want die zouden je niet begrijpen. Hij zou niet begrijpen dat een man een vrouw, dat een mens van een ander mens kon houden, zoals ik van jou deed.
Liefs van Marousia