Als de trein naar Jupiter vertrekt
moeten jij en ik zeker mee.
Hoezeer we ook houden van het leven,
bekoort het mysterie Doods ons des te meer.
Je houd je hoofd in je handen
Maar het past niet, je zorgen zijn te zwaar.
Wil je je verbergen voor de jaren,
of wil je dat niet zien
wat reeds met lichtjaren voorbijgestreefd is ?
Ik neem je blik in me op
breekbaar en vol roet, net als de spiegel.
Ik poets hem op en zet er een glimlach op:
"Laten we opstappen"
Maar ik moet toegeven
dat ik onderweg wat broodkruimels liet vallen.