In een damp voltrekken zich de contouren in een waas, kalm ingetogen aan mij voorbij.
Ik ben mij de nevel gewaargeworden alsof ik ben opgeslokt door fijnmazige druppels.
Doorgaans ervaar ik tranen die langs mijn gelaat zich manifesteren.
In de mist lijkt het tij zich plots te keren.
In den damp, de nevel, de mist, lijkt de wereld zo klein.
Merkwaardig ik die nietig is, voelt zich ineens zo sterk.
Nog een keer en de dag breekt weer aan.
Als de mist zich verhult achter een wolkendek en ik de zon weer gewaar word.
Ik bemerk dan dat ik leef.