Binnen in mij.
Voel ik de warmte en
liefde die ik delen wil.
Maar nog steeds als
een vreemde op weg.
Een weg met pieken
en dalen.
Soms in mijn droom,
lig jij naast me.
Jouw liefkozende ogen
op mij gericht.
Een zacht aanraken van
je hand over mijn gezicht.
Zachte tedere woordjes
klinken als hemelse muziek
uit je mond.
Fluisterend breekbaar,
zacht praten we met elkaar.
In mijn droom kijk ik naar je
tederzacht gezicht.
Maar als ik wakker word.
Verschijnt toch weer mijn
masker.
Naar buiten toe toont hij
een glimlach op mijn gezicht.
Maar van binnen de pijn van
nog steeds geen geliefde
te zijn.