Vandaag een mooie kerk bezocht,
ofwel een Kathedraal.
Mijn ogen heb ik uitgekeken,
zoveel pracht en praal.
Al zittend op een bankje,
keek ik om mij heen.
zo nietig en klein op zo'n bankje,
ik voelde me koud en alleen.
Een groot verdriet overwelmde mij,
tot er werd gefluisterd in mijn oor;
"wees welkom kind, je bent nu thuis",
het was meneer pastoor.
Een goed gevoel om thuis te zijn,
thuis, in het huis van God.
"Maar niet te lang, want helaas,
gaat zo de deur op slot".
Nu zoek ik in mijzelf mijn thuis,
en vind mijn hemel en hel.
Leef volgens mijn normen en waarden,
en ach, dan zie'k straks wel.
En intussen staat mijn huis,
open, dag en nacht.
Vul ik menig lege maag,
zoals van een mens mag worden verwacht.