Het ritme van het hart verzacht de toestand
van ons hoofd.
Een tijdlang kan haat aangeven hoe het
kloppen moet. / Tot het breekt. /
Het breekt altijd, een hart dat niet verlicht
wordt door de lamp aan het plafond.
Het loopt overal tegenaan, want de duisternis
verbergt alle tafels en stoelen en de
breekbaarheid in de kasten. / Ongelukken
staan te wachten als het licht niet brandt.
Enkel de meesters in de duisternis vinden
hun weg. / Maar, het zijn meestal dieven
en moordenaars. / Want, hun daden mogen
niet gezien worden. / Het volle licht
schuwen zij, zelfs het wit van hun ogen
verbergen zij.
Hun tanden verbergen zij achter dichtgeknepen
lippen. / Op hun hoede, want hun hart
zou hen kunnen verraden. / Opeengeklemd. /
Alles opeengeklemd.
Een zonnebril op hun neus als de zon niet
schijnt. / De zon van de woestijn is voor
hen een marteling. / Het volle licht dat brandt
en 's nachts de sterren niet belemmert. /
De angst voor natuurlijk licht.
Toch moet hij erdoor, door het bad van
pijnljk licht. / Wil hij aan de andere
zijde belanden waar alles groeit en bloeit. /
Waar de koeien loeien en de bijen bloemen
vinden. / Waar de melk vloeit uit alle
borsten. / Waar de nectar kleeft en alles
bijeenhoudt.
Naar dat land doorheen de woestijn. / De
dorheid, de karigheid van het brood. Wij
halen het niet! / De veldfles leeg. Waar
halen we het water? / Maar het water
springt uit de rotsen!
Het brood komt uit de hemel gevallen! /
De karigheid is voldoende, want het manna is
je brood. /
In deze toestand wordt je rijkdom getoond, de
overvloed van het beloofde land.
Dit brood van gene zijde. / Dit water
uit de onmogelijkheid houdt je in leven en
doet je voortkunnen met een homp. / Met
de lege fles die haar laatste druppel blijft
behouden.
Dit is manna, het voedsel dat uit de hemel
komt. /
Verrot hebben ze zich gelachen. / Zij
geloven de verhalen niet van hen die
vertelden van...
hoe zij in uiterste nood het leven hielden.