zachte morgen bloesem,
je wekt mij uit duizend slapen
die ik sliep.
terwijl jij waakte
was ik nog onbestemd
en ontsprongen in wortels,
die de bittere vruchten
van mij plukten.
sterke bron van tederheid,
je waarborgt mij in onmeetbaar
veilige armen die ik wenste,
wanneer mijn eigen
voeten stuk liepen
op de scherven van
het verleden.
verfrissende wind van liefde
jij, die mij roept uit mijn
eigen schreeuw.
je stem klinkt
als de zwevende warmte die
de kou omhelst en het
zuivere hart behoudt,
door tranen omlijst met goud