(op basis van het verhaal van Andersen)
De zomer was gekomen.
De vogels vermaakte zich opperbest.
Een eend had naast de slotgracht plaatsgenomen
en maakt daar haar nest.
Na lang, lang wachten
braken de kleintjes uit hun ei.
Maar één had andere gedachten
en kwam er pas later bij.
Nadat ook hij was geboren
bleek hij anders dan de rest.
Hij leek niet bij het gezin te horen
en werd daarom vaak gepest.
"Wat is hij groot!"
"En wat een lelijk verenpak!"
Het eendje schaamde zich dood.
Zodat naast de eierschaal ook z‘n hartje brak.
"Het is net een kalkoen!"
"Je weet niet wat je ziet!"
"Je moest hem eens in het water doen
want die beesten zwemmen niet."
Hij werd al snel in z’n nek gepikt.
Anders zijn wordt ook bij dieren niet getolereerd.
Maar daar wordt niet eerst op vingers getikt
maar gelijk gemolesteerd.
Zelfs zijn broertjes deden mee.
Het pesten was niet van de lucht.
Tot dat hij dacht "nou tabee"
en het moeras in is gevlucht.
Met twee ganzen vriendschap gesloten.
Maar dat was slechts voor kort.
Ze werden uit de lucht geschoten.
Een jager had zin in ganzenbord.
De jachthond was aan het zoeken.
Met valse ogen en veel gegrom.
Bij het zien van onze held ging hij vloeken
en afkeerde zich om.
Hij is bij een vervallen huisje aangekomen.
(Na een lange, barre tocht.)
En is daar opgenomen.
Maar hij wist niet precies wat hij zocht.
Hij kon geen eieren leggen en niet spinnen
en voelde zich niet thuis in dit gezin
Omdat hij niets anders kon verzinnen
trok hij weer de weide en wereld in.
Hij zit daar in z’n eentje,
afgezonderd in de bijt.
Want het is een lelijk eendje
is meestal het verwijt.
"Laat het nu maar harder vriezen
van binnen ben ik toch al koud.
Beter voor de ondergang te kiezen
als er toch niemand van je houdt."
Maar als door een wonder
is hij door een boer gered.
De winterzon ging onder.
De zomerzon verhoorde zijn gebed.
Daar zag hij drie zwanen zweven
koninklijk aan het zwerk.
Onze held dacht heel even
"Was ik maar zo mooi en sterk."
Daar kwamen ze aangevlogen.
Onze kleine held raakte in hoge nood.
Hij heeft zijn hoofd gebogen
en riep "maak me maar dood."
Toen hij daar naar beneden keek
in het water van de plas.
Bleek alles anders dan het leek
omdat hij zelf een zwaan geworden was.
Dus laat je niet aan een ongelukkig leven binden.
Ook al ben je nog zo’n lelijk uk.
Bij jou zal men vast iets schitterends vinden
en verandert treurnis in geluk.