Ik gaf om je.
Waarom brak je dat.
De tijd die we samen door brachten.
Je hebt het gebroken
Waarom?
Was ik niet goed genoeg?
Deed ik iets fout?
Wat heb ik gedaan dat je me hart brak.
Ik dacht dat je van me hield.
Je brak me hart en dat doet pijn.
Maar toch, ik geef om je.