Fragment uit 'Geen eiland meer'.
Iedereen moet vallen voor zijn waan.
De waarheid maakt hij moeilijk te geloven. /
Door zijn veelvoud aan leugens die
onuitputtelijk zijn. / Maar, te weinig voor
de waarheid.
Gecamoufleerd door hem, door ons de dualiteit
als het enige juiste op te dringen. /
Onze ogen omwikkeld door onze verbazing van
goocheltrucjes. / De begoocheling, de
belofte, niet te zullen sterven als je de
grens overgaat.
Hij, is toch niet gestorven! /
Hij heeft meer dan ooit verborgen wat de
waarheid is.
*
Wat is de waarheid? / Wij weten het niet
(meer). / Het is voor ons verborgen. /
Maar wij struikelen er altijd over, hoe
duister het ook is gehuld. / Het licht
is het gevaar voor het duister, want het
belicht de waarheid.
Wat aan het licht komt is waar. / Wat
belicht wordt komt in ons gezichtsveld en
wordt erkend. / Wij hebben nooit tegen
de blauwe plekken van de stoten gekund. /
Ons 'ai' herinnert ons pijnlijk aan de
waarheid.
Al wat verborgen is komt aan 't licht. /
Langs alle kanten in 't licht gebracht is er
geen duister meer om te verbergen. / En
licht komt. / Langs alle kanten. /
Niets blijft verborgen, omdat het licht
komt!
Ik ben het licht van de wereld en ik kom,
is beloofd. / Als het donker samentrekt
komt het licht weer bijéén. / Het komt
het licht, de waarheid niet verborgen. /
De deining naar buiten is het duister.
Het licht verspreid lijkt het overmand door
het donker. / Maar alles krimpt bijéén,
zodat het licht het licht belicht en er
geen plaats meer is voor de leugen. /
De waarheid is het licht langs alle kanten.