ik kijk mijn spiegelbeeld.
het is kil,of is dat voorbeeld?
ik kijk naar de leegte in mijn ogen.
heb mezelf boven jou verkozen.
ik wil het niet langer meer.
heb het een beetje gehad.
al dat gezeur steeds.
ben het gewoon stront zat.
heb het lef niet en dat weet je.
je maakt gebruik van mij.
je weet dat ik het niet kan.
als wel,zet ik je zo opzij.
je weet wat je me hebt aangedaan.
hoeveel pijn mijn hart nu doet.
door jou aandoen,mijn vertrouwen.
gekwetst,het voelt niet goed.
ik wou dat ik het kon.
dat ik het lef had.
dat ik mijn angst overwon.
ben het gewoon zat.