stralen vallen door het raam een nieuwe dag begint
en weer word ik er bij bepaald, dat iets een einde vind. de nacht is weer verdwenen, mijn dromen zijn voorbij,
ik weet nog dat ik droomde dat we gelukkig waren,
samen gelukkig wij.
ik doe mijn ogen open, mijn droom is er niet meer,
en het doet pijn te weten, het fopt me telkens weer.
dus leef ik nu de nachten met meer geluk plezier,
en zit ik af te wachten, zijn dromen waar?
of is de waarheid hier?
dan wil ik altijd dromen, want hier heb ik niets van jou, omdat ik jou wil,
niet zonder je wil,
jou