Reeds toen ik geboren was
herkende je al die lach .
Geen geschreeuw , geen traan .
Altijd dacht ik dat het een wonder was .
Die lach staat voor verborgenheid .
Emoties hebben geen sociaal contact .
Al voel ik me rot van binnen ,
heb inmens veel pijn
steeds herken je weer die lach .
Hoe meer ik lach ,
hoe slechter ik me voel .
Met tranen in de ogen ,
die maar niet vloeien gaan .
Tot dan die laatste klap .
Een moment alleen .
Zonder reden , zonder meer .
Een moment van instorten .
De lach lijkt eeuwig zijn vergaan .
Doch het eerste sociaal contact .
Verschijnt die betekenloze lach .
Het is een lach zonder vreugde .
Als een ridder zonder zwaard .
Het is als een schild rondom mij .
Een schild dat ondoordringbaar lijkt .
Geen tegenstander die het breken kan .
Geen paard die me naar huis rijden kan .
Juist ik en mijn schild
in een woud van gevaar .