Gesproken, maar niet gebroken
Bewondering of verwondering , misschien verwonding
Ik heb gesproken
Drie aapjes staan op de kast
Horen , zien , zwijgen
Verschillende malen zag ik ze in m'n leven
Op een kast of een tafel
Ze jaagden me steeds op de kast
Nu ontdek ik de taal van de aapjes
En toch heb ik gesproken
Ik vond het beter zo
Deze nacht is het akelig stil om me heen
Alsof éénieder me losgelaten heeft
Alsof ik het niet meer waard ben met de algemene draad des levens verbonden te zijn
Heb ikzelf hem doorgeknipt door te spreken
Het spijt me heel erg indien dit zo is
Maar steeds vond ik dat spreken noodzakelijk was
En nu is het stil
En is de angst er door éénieder verlaten te zijn
De draad doorgeknipt te hebben
Wil ik m'n schuld niet zien
Ik dacht het wel
Denk nog steeds dat ik wel zo in elkaar zit dat ik die wel zie
Ik heb m'n geheim doorbroken
Zo voelt het aan
En nu is het akelig stil
En er valt geen traan
omdat ik denk
zo moest het gaan