Huilend.
Zit je huilend in bad,
denkend aan de pech die je hebt gehad.
Zie je daar het scheermes in de standaard staan,
iets waaraan ik niet kan weerstaan.
Zit je huilend in de bank,
want je vriend zit weer aan de drank.
Zie je daar scherven van een fles.
En anders gebruik je toch gewoon een mes.
Zit je huilend in een stoel,
wenend om dat gevoel.
Zie je daar de schaar
en op zo’n moment snak je ernaar.