Het hek naar het tuinpad staat uitnodigend open.
Ik kan er zo naar binnen lopen.
Het pad ligt bezaaid met rode rozenblaadjes en knoppen.
Het regent er echt rozenblaadjes en het lijkt niet te stoppen.
Achter aan het pad staat een prachtig wit kasteel.
Het lijkt wel uit een sprookje dit tafereel.
Er hangt een hele romantische zwoele sfeer.
Maar waar is nu toch die knappe heer?
Hij had mij van het mooie kasteel verteld
En gezegd dat het voor het publiek was open gesteld
Toen ik pad op liep ging het hek opeens achter mij dicht.
En daar tussen de struiken zag ik opeens zijn gezicht.
Hij had een prachtige ogen en een mooie kop met haar
Ja die knappe heer was van dit alles de eigenaar
Hij kwam naar me toe en nam me mee naar binnen.
Wat ik daar zag, tevéél om te verzinnen!
Alles in de kleuren rood, rose en wit
Wat prachtig romantisch was dit!
Het was of ik in een sprookje was beland
In plaats van ergens op een landgoed in Duitsland.
We kwamen een prachtige kamer binnen
Met op de muur decoraties met rozen van linnen.
Zullen we even iets gaan drinken
Dan kan je alles even laten bezinken
Het was een prachtig mooie man
Zoals dat eigenlijk alleen in dromen kan
De thee zat in een kopje met rode rozen erop
En op het lepeltje zat een enorme roze knop
Alles was geïnspireerd door deze bloemen
Je zag ze dan ook overal opdoemen
We gingen een rondje door zijn kasteel maken
En daarna kwam hij volgens zijn zeggen wel terzake!
Ik keek hem een beetje vreemd en angstig aan
Was mij iets belangrijks ontgaan??
De rondleiding ging daarna volkomen langs mij heen
Dacht alleen maar aan dat één!
Wat wilde hij mij straks toch vertellen
Ik kon me er echt niets bij voorstellen
We hadden elkaar nog maar een paar keer gezien
En dat was niet langer dan 30 minuten misschien
We liepen door de tuin naar een prachtig prieel
De zenuwen gierde inmiddels door mijn keel
We namen plaats op een knusse schommelbank
En op het tafeltje stond een dienblad met drank
Hij vroeg me “Wat vind je van mijn kasteel
En van de tuin en het prachtige prieel”?
Ik zei hem dat dit alles wel op een sprookje lijkt
Alles zo mooi en perfect waar je ook kijkt.
Hij gaf me een groot glas rode wijn
En daar zaten we dan heerlijk in de zonneschijn
Ik een beetje afwachtend op wat er zou komen
En hij zat even een beetje voor zich uit te dromen
Toen begon hij eindelijk iets te vertellen:
Ik had je al zo vaak willen bellen
Maar op één of andere reden durfde ik niet zo goed
Nadat ik je heb gezien heb ik namelijk de kriebels in mijn bloed
Je bent echt geen moment meer uit m’n gedachten geweest
En ’s avond en ’s nachts voel ik die onrust nog het meest
Ik verlang dan zo ontzettend naar jou
Ik geloof eigenlijk dat ik van je hou!
Met een tedere blik en rode wangen keek hij me aan
Die ogen, die blik, ik kon het bijna niet weerstaan
Ik was helemaal stil en verlegen van zijn woorden
En wist even niet wat ik moest antwoorden
Want ook hij was niet uit mijn gedachten geweest
Als ik ’s avonds mijn ogen dicht doe verschijnt zijn geest.
Dus dit kan geen toeval zijn
Dit is eigenlijk gewoon een soort sein
Zoiets als van geniet van het leven
En neem de kans die je word gegeven