Er was een tijd van verdriet,
Het donker overhéérste mijn lied.
Wenen was mijn refrein,
Een refrein van de pijn.
Maar toen kwam jij,
En zoals de lente de herfst overwint,
Bracht jij zonneschijn met je lach.
Je ogen kleurden de regenboog,
Die het verdriet weg zoog.
Wat ooit was verloren,
Is nu herboren.
Mijn lied zingt weer.
Sterker dan ooit tevoren.
Sla je armen om me heen,
Voel je het, we zijn één.
Niet meer ik en jij,
Nee, samen zijn wij “wij”.
Neem me vast en dans,
Dans op het ritme van mijn hart,
Dat zingt voor jou:
Lalalaa ik hou van jou!