vergezichten van hier tot daar
zacht onder gegeven kou en mooi, nat
geestelijk onbewust van het gevaar,
van de waarde die het leven eens bezat
bevroren water ontdooit in een warme hand
kan zelfs de kilte van het hart niet evenaren
de omgeving is afhankelijk van het land
herinnering van de geest waar we hem bewaren
twee bollen staren me al dagen aan
de diepte van de ogen spiegels van oneindigheid
tweetal help me, laat me even gaan
onder het voorwendsel van een leven tijd