Iedereen heeft een stem,
gekregen om te spreken
om te liegen zonder rem
of om de waarheid te preken.
Om zichzelf en anderen te verdedigen.
Om iemand troost te bieden
om iemand te beledigen
of te plezieren met lieden.
Om te laten weten dat zij er zijn
om gehoord te worden.
Maar gehoord wordt niet iedereen, dat doet hen pijn.
Genegeerd door de grote horde.
Dus zij houden zich stil, verroeren zich niet meer.
Zij zwijgen stug,
praten doet hen zeer
en ze trekken zich in hun eigen wereldje terug.
Maar in hun ogen is verdriet.
Ik zie het, wil ze troost geven
maar kan het niet.
Ik zwijg zelf ook, voor altijd en even.