Mont Saint Michel
Ik liet mij meevoeren
op de vlindergolven van genot.
Alles leek nieuw maar zo vertrouwd,
in het ons geven aan elkaar.
Ging naadloos over in mijn droom,
vanuit de zwoele slaap
waarin we samen vielen.
De eerste nacht vlak bij de grens
van Brittany Minor,
het oud Armorica.
Daar stonden wij bij het droge tij,
voor de rotsen van Mont Saint Michel,
Een gids met prachtig wit, lang golvend haar.
Hij luidde daar een grote gouden bel.
Mensen kwamen in het ochtendgloren,
wij stonden hand in hand.
We liepen in een lange rij
over het drooggevallen land.
De gids die zigzagde voorop,
waar we konden lopen op 't strand.
We kwamen aan bij een met varens begroeide grot,
Verlicht met blauw kristal.
We hadden het nog maar net gered,
Achter ons een waterval,
stroomde bruisend en razendsnel.
Achter ons geen pad geen land,
geen weg geen brug maar waterkant.
Voor ons een brede hoge trap,
die we moesten gaan beklimmen.
En bovenaan daar werd verteld,
hoe we de liefde konden beminnen.
Rebelle