Op de bodem van de oceaan woonde eens een zeemeermin. Haar naam was Sylvie. Samen met haar zusjes woonden ze in een klein kasteeltje. Ze was daar heel gelukkig. Tot op een dag….
Oorlog was uitgebroken in het zeestadje. Na hevige gevechten werd haar vriend Dennis door onbekenden ontvoerd. Sindsdien was hij spoorloos verdwenen. Talloze zoekacties hadden niks opgeleverd. Sylvie was kapot van verdriet. Het was nu al zeven weken geleden maar ze huilde zichzelf nog elke nacht in slaap. Dennis was haar eerste grote liefde. Ze miste zijn stem, zijn dromerige ogen, zijn lieve lach, maar bovenal misten ze zijn veilige armen om haar heen. De pijn van het gemis leek haar hart soms letterlijk te verscheuren. Enkele weken later had het verdrietige zeemeerminnetje nergens zin meer in en sloot ze zich soms dagenlang op in haar kamertje. Intussen waren er alweer drie weken verstreken en nog steeds geen spoor van Dennis. Plots schrok ze op uit haar dagdroom. Er werd op de deur geklopt. Het was Jenna. Jenna was vlak voor de oorlog een goeie vriendin van Sylvie geworden. “Hey meid, mag ik binnenkomen?” “Jahoor.” zei Sylvie met een stille stem. “Hey Sylvie, hoe gaat het met je? Ik heb goed nieuws voor je denk ik.” “Oh ja? Vertel.” zei Sylvie. “Een vriendin van me kent een spreuk om dingen en mensen op te zoeken.” Jenna interesseerde zich de laatste tijd nogal in occulte dingen en had intussen wat vrienden gemaakt in dat wereldje. “Laten we ernaartoe gaan.” zei Jenna. Sylvie vond dat mysterieuze gedoe maar niets. Toch ging ze met haar vriendin mee. Immers, alles was beter dan thuis te zitten niksen. Dus de meiden vertrokken.
Enkele minuten later kwamen ze bij Myra, de vriendin van Jenna aan. Die stond hen al op te wachten. “Kom binnen, we beginnen meteen.” zei deze enthousiast. Sylvie had een foto van Dennis meegebracht. Die had Myra immers nodig bij de spreuk wist Jenna. Myra had intussen op een kleine tafel al een glazen bol en een kaars neergezet. Ze hield de foto in haar hand en keek in de glazen bol. Intussen prevelde ze wat onverstaanbare woorden. Een tijd lang gebeurde er niets. Tot plots…….
“Daar bij die grot, daar is iets” “Weet je dat zeker?” vroeg Sylvie sceptisch. “Ja, laten we gaan kijken.” Zo gezegd, zo gedaan. Na ongeveer drie uur zwemmen kwamen de meiden bij de grot aan. Ze zochten en zochten maar vonden niks. Tot Myra plots riep:”Hey Sylvie, kom is!” “Wat heb je?” vroeg Sylvie. “Een spiegel.” zei Myra. “Een spiegel, wat moet ik daar nou mee?” vroeg Sylvie verontwaardigd. Toch werd ze erdoor aangetrokken. Ze vond het wel een mooie spiegel. Voorzichtig nam ze hem van Myra aan. Toen ze naar het glas keek werd de spiegel warm in haar hand. Het spiegelbeeld lichtte op. Plots zag ze het gezicht van Dennis in de spiegel. Dat gaf haar weer hoop. Ze wist het zeker. Ze zou Dennis terugvinden en haar liefde voor hem zou haar gidsen.