Een alledaags bestaan
7 uur, de wekker gaat
ik draai me nog eens om
hoe dom, hoe dom
nu kom ik vast te laat
een snel ontbijt en oh wat stom
daar staat nog steeds die vaat
de fietsbel rinkelt, ja ik kom!
de fiets duwt me voort over straat
9 uur, de dans begint,
steeds op dezelfde stoel
de zin vergaat, de onzin wint
en ik verlies elk doel
gepraat, ik luister niet, ik vind
het maar een saaie boel
de radio klinkt voor ieder kind
gespeend van eigen gevoel
12 uur, een maatlijd wacht
gelukkig thuis voor mij
ik fiets naar huis, nogal ontkracht
gelukkig ben ik vrij
eindelijk daar zoek ik de pracht
van de taal en van gevlei
van woorden in m'n hoofd zo zacht
als van een warme wintersprei
(C)Natasya, augustus 2004