Ik kan je niet loslaten.
Jij haar niet.
Je hebt het in de gaten.
Het doet me veel verdriet.
Mag ik je iets vragen?
Waarom is het nu weer aan?
Konden wij de kans niet wagen?
Moest je voor de zoveelste keer naar haar teruggaan?
Ook ging het gister niet goed.
Afstand hield ik vandaag.
Dat zag jij niet graag.
Het gaf me weer wat moed.
Vakantie vind iedereen fijn.
Behalve ik, missen moet ik jou.
Gelukkig mag ik niet zijn.
Ik hoop alleen dat ie om is, gauw.
Ik kom er wel door.
Mens vindt het stom.
Maar ik ga er weer voor.
Was die vakantie maar weer om.
Dan ga ik je weer alles geven.
Want, Toon, je bent mijn leven.
29-06-07