De kinder ooievaar bracht
5 leeuwtjes in volle vaar.
Ze waren hongerig en verkouden.
zo konden de ouers hun toch niet houden.
Ze vroegen de ooievaar
een nieuw paar.
maar de ooievaar weigerde en vloog weg hij was klaar.
boven in zijn huis hangt een kruisje.
De grote leeuw liep naar zijn huisje.
Oooo ooievaar sprak de leeuw,
onze kindertjes zijn ziek ze veranderen in een meeuw.
de ooievaar zei:vraag de zwanen om geluk
en uw pret kan niet meer stuk.
-dat hebben we gedaan
'ga dan wandelen naar ver hier vandaan.
-dat heb ik gedaan maar ze kunnen niet lopen.
'ga dan maar een pilletje kopen.
-Maar welk dan een voor hun gsnut.
'ooo jij domme leeuw ga toch naar een wensput.
de leeuw liep mopperend weg
de ooievaar blie :eindelijk zeg
Dit had hij beter niet gedaan
want in zijn dromen dit zal je wel verstaan,
zij het boze kruis:help die arme leeuw
of wil je dat ik je van de lijst schreeuw.
'ooooo nee almachtig kruis ik, ga morgen wel naar zijn huis.
de ooievaar zij daty het hem speet.
en ze dachten voor een oplossig in het zweet.
de leeuwtjes werden weer goed .
dankzij de ooievaar die het deed zoals het moet
toen kwam er een varkentje met een lange snuit
die blies het verkaaltje uit.