Een steen gegooid in het water,
de rimpelingen verspreiden zich
Met in elke rimpeling een herrinnering,
van hoe het had kunnen zijn.....
Alleen zit hij in een huis ,groot en leeg,
Alleen met zijn gedachten..
Geen stemmen van zijn vrouw en kind,
Niemand om hem op te wachten..
De pijn die zij gevoeld heeft,
valt hem nu zelf ten deel..
Zoveel wil hij nu goed maken maar
om hem heen is het nu stil..
Vol smart en spijt kijkt hij,
naar de man die hij is geweest
Met in elk deel van zijn lichaam hopend,
dat zij het hem ooit vergeeft...
(vervolg van zusje lief,ze is aan ´t wenen)