In de avondschemering hangt
de met instorten bedreigde brug
over het ravijn tussen jou en mij
De oranjerode schijn van de ondergaande zon
kleurt je schim aan de overkant
wanneer je zachtjes over de leuning heen
je spiegelbeeld in het water beneden volgt
Je zachte blik glijdt langzaam verder
ontmoet de mijne ongeveer halverwege
en trekt zich even snel weer terug
Plots is het alsof je hier vlak voor me staat
en ik helemaal in brand sta binnenin
Alsof ik smelt als een vanille-ijsje in volle zon
Alsof de wereld miljoenen keren sneller tolt
Alsof de grond onder mij gaat schuiven
Plots is het net een opkomende aardbeving
die het water beneden in de rivier doet verdwijnen
die de brug helemaal ineen doet stuiken
die het diepe ravijn zich laat sluiten
als een ritssluiting die wordt dichtgetrokken
en die maakt dat je nu hier vlak voor me staat
Laat mij de stilte doorbreken nu,
en fluisteren dat ik zielsveel van je hou