De mensen zien allemaal toch zo heel ver
Ze zien in de zomer reeds de kerstmisster
Het is als de balk in een andermans oog
Met de eigen splintert zonder dialoog
Mijn godsdienst leraar gaf mij dit als inzicht
En mijn vader schrijft dit nu in een gedicht
Als dank dat het geloof toch nog iets bijbracht
In deze tijd waar men alles zo veracht
De eigen ziel ligt nochtans zo dicht bij ons
Doch verkleurend als al die kameleons
Vegen wij op eigen terrein de schuurspons
Tot succes in het verraad van compagnons
Maar bij sommigen van ons brand toch het licht
Uit angst houden zij het potje niet meer dicht
Omdat ze eerlijkheid aanvoelen als plicht
Rest hen slecht nog hun eigen fouten bericht