Je gaf een kus op de wang aan haar.
Gewoon een lief gebaar.
Voor wat ze voor je had gedaan.
Ik keer er naar en zag het aan.
"Wees niet jaloers", zei je tegen mij.
"Dat ben ik wel", is wat ik zei.
Wat ik voor je heb gedaan is zoveel.
Dat van haar was maar een klein deel.
Ik heb geen kusje gekregen, daarvoor.
Dus ik ben wel jaloers, hoor.
Je bleef staan.
Glimlachend keek je me aan.
Plots, wist ik niet meer waar jij stond.
Ineens, zoende je me op mijn mond.
Ik beantwoorde die kus van jou.
Het deed me weer beseffen hoeveel ik van je hou.
Ik was helemaal van slag.
Denk toch dat je me ook graag mag.
Dat geeft me in de toekomst hoop.
Lieverd, langzaam haal jij mij uit de knoop.
4-7-07