ik wou,
dat ik was zoals zij.
ik zie haar tegenover mij.
zij doet wat ik doe,
alleen....
zij is anders.
zij lijkt beter.
zij lijkt gelukkig.
ze lacht als ik lach.
ze huilt als ik huil.
zij is mij.
maar ik ben haar niet.
nog niet.
het lukt me niet,
om te zijn zolas zij.
zij is mij,
maar ik ben haar niet.