Tal van dagen in jouw armen
Om mijn billen te verwarmen
Zacht te strelen met je haar
O, wat vormen wij een mooi paar.
Nee, nog geen paar nieuwe schoenen
Nee, ook niet nu.. die natte zoenen,
Nog wat parfum in je haar
En de liefde is weer klaar.
En dan even dit terzijde:
Wij verblijden
met ons beide benen op de grond:
er was iets heel gezond.
Dat wij ieder soms verwarmen
En de dragende verstanden
Levenslustig en plezierig brengen
Voor jou lichaam zwierig.
Je taal is ook heel vaardig
Is het niet wat merkwaardig,
En dan tersluiks kijk ik je aan
Of het besluit met je trouwen nog verraadt
Waarom ik naast je zit
Maar waardevol is het niet.