Het voertuig zoeft over de weg
Op weg naar nergens
We rijden langs mooie beken
weilanden en stukken bos
Maar niets van dat alles
kan ook maar iets van mijn aandacht trekken
ik heb alleen aandacht voor het raampje
aan mijn zijde
Wat langzaam vormt
tot een wazig geheel
door de eeuwige druppels
die uit de grijze lucht komen vallen
Ik volg hoe de druppels uit één spatten
En de kleine spetters weer
een nieuw geheel vormen op het glas
ik zie de druppels naar beneden glijden
Met mijn vinger volg ik de druppels
Op het beslagen glas
vormt jou naam