Met je handen in de mijne
en de ogen in elkaar,
met verlaagde stemmen pratend,
het gevoel was zo tastbaar.
Delend, onze zorgen,
of hoe we die bekijken
en hoe meer w’elkander zeiden,
hoe kleiner ze gingen lijken;
Je las mijn ogen zodat je zag
wat mijn lippen verborgen laten,
dàt wat ligt, diep binnenin,
wat je hoorde zonder praten.
Je leerde uit de zachtheid,
uit hoe ik dingen zeg,
je leerde ‘t uit de intonatie
die ik in die woorden leg.
En je zag hoe het stond geschreven,
las het van mijn gezicht
dat gelukkig zijn, eenvoudig,
in een klein hoekje ligt.