De zee zo ruw
Het zand zo vlak
De zonnestralen die lonken
De golven die hard
tegen de pier aan bonken
Je bouwt je wereld
De muren van zand die langzaam groeien
Water en wind die er aan knabbelen
Om de muur te behouden moet je flink stoeien.
Je verstevigd de muren
Je graaft diepe grachten
Het lijkt je te lukken
De zee komt er niet doorheen
Een leven tussen de muren lijkt zo ideaal.
Niemand die je hoort klagen , niemand die plagen
Iedereen zal je met rust laten,
Weinig mensen die je dan zal haten.
Het is zo wel erg stil om je heen
Na je tijdje voel je je zo verdomt alleen
Verzwakt als je bent, krijg je muren niet kapot
Niemand die je mist , je hebt jezelf al een tijdje verstopt.
Wachtend op hulp, zit je in je stulp
De wind wakkerd aan gedurende de nacht.
Je muur valt uit een
De hulp komt toch nog onverwacht.
Je probeert te wennen aan je vrijheid.
het voelt nog al vreemd
Je pakt de geboden hulp aan met beide handen
Je gelooft nu eindelijk dat het goed wordt gemeend
Al duurt het misschien niet eeuwig maar voor even.
Probeer niet alles te veranderen , geniet van je leven