Elke dag weer,
zit ik in de trein.
Duizende gedachten door mijn hoofd,
zo zoet als marsepein.
Ik probeer ze te vangen,
door een kladblok en een pen.
Dan kunnen jullie lezen,
wie ik werkelijk ben.
Al die gedachtes door elkaar,
er valt geen touw aan vast te knopen.
En ondanks de kracht van de pen,
blijven ze door elkaar lopen.
Ik heb het wat druk,
dat is wel een feit.
Veel te veel te doen,
in veel te weinig tijd.
Helaas is dit gedicht,
zonder een moraal.
Zonder een sterke clue,
en zonder een verhaal.
De chaos moet uit mijn hoofd,
anders zal het een zooi worden.
Maar op welke manier,
krijg ik het op orde?
Ik moet ze een kast geven,
wat een goed idee ja!
Morgen zal ik dat doen,
en dat doe ik bij IKEA!