Scheiding (4)
Mijn herrinnering aan zijn
gesloten deuren naar het hart,
met verwilderde tuinen,
die mijn vruchtbare grond overwoekerden.
Jij wist ervan.
Lusteloos van lustig onkruid,
met uitgeputte grond.
Ik werd verleden ingedreven.
Ik droomde mij een hart,
voor een nieuwe compositie.
Jouw hart.
Maar jij keek ergens anders.
Begrip viel in een duisternis
van levenloze beken, als dode drab.
Lustig ging jouw blik.
Verslond een richting,
Weg van ons.
ReBelle