Je gezicht,
stralen licht.
Van je benen,
en je tenen.
Tot je ogen,
bedrogen.
Alles gelogen.
Bewogen,
En weggevlogen.
Gebroken,
gestoken,
weggedoken.
Dag!
En nacht.
Bedacht,
vergeten.
Aan 't zweten,
want het moet goed,
alles wat je doet.
Werk in overvloed.
Au!
Bloed.
Doe je goed.
Zoals je dat doet.
Voorgoed.