Ondergedoken verlangens in een oorlogstijd
Wanneer het hart op je tong strandt
Bij je keel verwoven met een ingehouden schreeuw
Dan beweegt alleen het geluid van degene die lijdt
De schijnbare verspreking blijft, wordt opgemerkt
Door de mergels van een pastei aan alles behalve wij
Voor niets ging de zon steeds weer op,
Waarom gaat hij dan voor heel wat meer dan iets
Doodleuk onder?
Mag ik je niet vertellen...
Dat ik telkens weer
Net zo gebroken ben...
Ik wil geen handen voor mijn ogen
Maar ze in de jouwe....