Als ik mijn ogen sluit zie ik een berg
Bovenaan sta ik, juist aan de rand van de afgrond
Plots komt de wind op, de bomen huiveren
Ik spreid mijn armen en spring
De wind word harder en harder
Ik val, sneller en sneller
Dan word ik één met de wind en laat me dragen.
De grond komt niet dichter bij, ik zweef, ik vlieg
Ik wil hoger vliegen, dichter bij de zon
Ik wil dalen, zeer snel en dan weer stijgen
Neerdalen totop de gornd lukt niet, het is te zalig
De realiteit is te ver weg, maar ze is er.
De realiteit kan je niet verbergen
Als ze teveel wordt, sluit dan je ogen
Droom weg en geniet van het rustige, van het abstrakte