Het is 12 uur 's nachts.
Jij sluipt zachtjes over de vensterbank.
Dan doe ik het raam rap open.
En kom jij in mijn kamer gelopen.
En dan vallen we samen in bed.
En kussen we met overzet.
Daarna doen we onze kleren uit.
En doen we iets waarvan ons leven van uit.