Droomprins
Zwevend tussen de sterren,
Je ogen kijken me teder aan.
Een wenk van jou,
En ik ben bij je.
Sterke armen houden me vast,
Gevangen door de prins van mijn dromen.
Diep kijk je me in de ogen,
Verwonderd kan ik die blik niet ontwijken.
Je neemt me mee,
Daar, zwevend tussen de sterren,
Waarheen vraag ik je,
Je zegt me je te vertrouwen.
Op een wolk hou je halt,
En fluistert in mijn oren,
Ik zal er altijd voor je zijn,
Je kan op me rekenen.
Langzaam verbleken de sterren,
Dageraad is in aantocht.
Ik wordt wakker,
Je bent er nog steeds.
Als in een droom fluister je,
Ik hou van je.
En ik hou van jou,
Prins van mijn dromen.